11 januari 2009

Meervoud

In de taalles van deze week: meervoud schrijven.

Theorie:
Het meervoud van een zelfstandige naamwoord

De -s schrijf je er aan vast als dat geen probleem voor de uitspraak oplevert: sektes, tantes, printers, logés en bureaus. Als je een fout bij de uitspraak kunt maken schrijf je 's : auto's, piano's, alinea's, baby's, jury's en ski's.

woorden op -ik
Je schrijft 2 k's als de klemtoon op ik valt: snikken, blikken, likken en tikken.Je schrijft 1 k als de klemtoon niet op ik valt: monniken, viezeriken en leeuweriken.

woorden op -ie of -ee
Je schrijft ën erbij als de klemtoon op de ie of ee valt: feeën, genieën en reeën.Je schrijft n en een trema erbij als de klemtoon er niet op valt: bacteriën, poriën en oliën.

woorden op -f of -s
De f wordt meestal een v en de s vaak een z : kloven, staven, laarzen en kluizen. Maar: fotografen, parafen en kaarsen!

Let op:
Sommige woorden hebben (ook) een latijns meervoud: politici, medici, mediums/media, museum/musea.



Oefenen:

http://www.cambiumned.nl/hpoefmeervoud.htm

http://www.cambiumned.nl/hpmeervoud2.htm

http://www.cambiumned.nl/hpoeftussenklank.htm