Via deze link nog een beetje meer info omtrent de Azteken:
http://www.globalxs.nl/home/s/solaica/index.htm
http://www.euronet.nl/users/artpages/MEXICO/mexico.html
Algmeeen en heel veel info:
http://www.kinderpleinen.nl/showPlein.php?plnId=428
17 april 2009
Biologie GROEP 7
Komende week gaan we kijken naar temperatuur en de manier waarop je deze kunt meten.
Kijk een op deze site voor info over temperatuur, thermometers en toepassingen:
http://www.smartboardforum.nl/index.php?topic=164.0
(klik op POWERPOINT THERMOMETER)
http://www.weerclubgouda.nl/overhetweer/meetinstrumenten/thermometer.html
soorten en werking:
http://home.wanadoo.nl/hoewerkthet/tech/thermometer.html
Maak na bestudering van de onderdelen een MINDMAP / Samenvatting.
Kijk een op deze site voor info over temperatuur, thermometers en toepassingen:
http://www.smartboardforum.nl/index.php?topic=164.0
(klik op POWERPOINT THERMOMETER)
http://www.weerclubgouda.nl/overhetweer/meetinstrumenten/thermometer.html
soorten en werking:
http://home.wanadoo.nl/hoewerkthet/tech/thermometer.html
Maak na bestudering van de onderdelen een MINDMAP / Samenvatting.
10 april 2009
Naamwoordelijk gezegde (8)
Het werkwoordelijk gezegde zijn ALLE werkwoorden in een zin.
De pv is zoals wij al heel lang weten een werkwoord. Het ww-gezegde kan dus uit meerdere werkwoorden bestaan.
Hier nog even een oefening en daarna kijken we naar het NAAMWOORDELIJK gezegde.
Dit lijkt moeilijk maar als je even goed leest EN oefent zul je zien dat het wel kan!
oefening WW-GEZ: http://home.planet.nl/~leend748/lesje%203.htm
naamwoordelijk gezegde:
Het naamwoordelijk gezegde bestaat altijd uit een werkwoordelijk deel en naamwoordelijk deel.
In een naamwoordelijk gezegde staat altijd een koppelwerkwoord.
De koppelwerkwoorden zijn: zijn, worden, heten, blijven, schijnen, lijken, blijken en dunken en voorkomen.
Het werkwoordelijk deel bestaat uit:
een koppelwerkwoord of een koppelwerkwoord en één of meer werkwoordsvormen
Het naamwoordelijk deel bestaat uit de rest en wordt door het koppelwerkwoord aan het onderwerp 'gekoppeld'.
Het naamwoordelijk deel zegt namelijk altijd iets over het onderwerp.
Voorbeeld:
De wedstrijd werd een mislukking.
werd een mislukking is het naamwoordelijk gezegde;
werd = werkwoordelijk deel en koppelwerkwoord;
een mislukking is naamwoordelijk deel en zegt iets overt het onderwerp namelijk dat het 'een mislukking' werd.
Veel koppelwerkwoorden kunnen ook als een gewoon werkwoord in het werkwoordelijk gezegde voorkomen.
Voorbeelden:
1a. De man schijnt eerlijk.
schijnt eerlijk = naamwoordelijk gezegde
schijnt = werkwoordelijk deel
eerlijk = naamwoordelijk deel
1b. De man schijnt met een schijnwerper.
schijnt = werkwoordelijk gezegde
'met een schijnwerper' zegt niets over het onderwerp (de man)
2a. Mijn vader is vijftig jaar.
is vijftig jaar = naamwoordelijk gezegde
is = werkwoordelijk deel
vijftig jaar = naamwoordelijk deel
2b. Mijn vader is op zijn studeerkamer.
is = werkwoordelijk gezegde
'op zijn studerkamer' zegt niets over wat voor een vader het is.
3a. Ik word kwaad van al dat gepest.
word kwaad = naamwoordelijk gezegde
word = werkwoordelijk deel
kwaad = naamwoordelijk deel
3b. Ik word door hen gepest.
word gepest = werkwoordelijk gezegde
'door hen' zegt niets over het onderwerp (ik)
OEFENING:
http://www.cambiumned.nl/hpoefwg.htm
http://www.cambiumned.nl/hpoefng.htm
De pv is zoals wij al heel lang weten een werkwoord. Het ww-gezegde kan dus uit meerdere werkwoorden bestaan.
Hier nog even een oefening en daarna kijken we naar het NAAMWOORDELIJK gezegde.
Dit lijkt moeilijk maar als je even goed leest EN oefent zul je zien dat het wel kan!
oefening WW-GEZ: http://home.planet.nl/~leend748/lesje%203.htm
naamwoordelijk gezegde:
Het naamwoordelijk gezegde bestaat altijd uit een werkwoordelijk deel en naamwoordelijk deel.
In een naamwoordelijk gezegde staat altijd een koppelwerkwoord.
De koppelwerkwoorden zijn: zijn, worden, heten, blijven, schijnen, lijken, blijken en dunken en voorkomen.
Het werkwoordelijk deel bestaat uit:
een koppelwerkwoord of een koppelwerkwoord en één of meer werkwoordsvormen
Het naamwoordelijk deel bestaat uit de rest en wordt door het koppelwerkwoord aan het onderwerp 'gekoppeld'.
Het naamwoordelijk deel zegt namelijk altijd iets over het onderwerp.
Voorbeeld:
De wedstrijd werd een mislukking.
werd een mislukking is het naamwoordelijk gezegde;
werd = werkwoordelijk deel en koppelwerkwoord;
een mislukking is naamwoordelijk deel en zegt iets overt het onderwerp namelijk dat het 'een mislukking' werd.
Veel koppelwerkwoorden kunnen ook als een gewoon werkwoord in het werkwoordelijk gezegde voorkomen.
Voorbeelden:
1a. De man schijnt eerlijk.
schijnt eerlijk = naamwoordelijk gezegde
schijnt = werkwoordelijk deel
eerlijk = naamwoordelijk deel
1b. De man schijnt met een schijnwerper.
schijnt = werkwoordelijk gezegde
'met een schijnwerper' zegt niets over het onderwerp (de man)
2a. Mijn vader is vijftig jaar.
is vijftig jaar = naamwoordelijk gezegde
is = werkwoordelijk deel
vijftig jaar = naamwoordelijk deel
2b. Mijn vader is op zijn studeerkamer.
is = werkwoordelijk gezegde
'op zijn studerkamer' zegt niets over wat voor een vader het is.
3a. Ik word kwaad van al dat gepest.
word kwaad = naamwoordelijk gezegde
word = werkwoordelijk deel
kwaad = naamwoordelijk deel
3b. Ik word door hen gepest.
word gepest = werkwoordelijk gezegde
'door hen' zegt niets over het onderwerp (ik)
OEFENING:
http://www.cambiumned.nl/hpoefwg.htm
http://www.cambiumned.nl/hpoefng.htm
Oefening tussen -s- en -n-
In de taalopdracht komt de oefening met de -s- en -n- om meervoud te vormen.
Hier een aantal oefeningen:
UITLEG:
Het meervoud van een zelfstandige naamwoord vorm je door er de meervouds- uitgangen -s, 's, -en of -n achter te schrijven.
De -s schrijf je er aan vast als dat geen probleem voor de uitspraak oplevert: sektes, tantes, printers, logés en bureaus.
Als je een fout bij de uitspraak kunt maken schrijf je 's : auto's, piano's, alinea's, baby's, jury's en ski's.
woorden op -ik
Je schrijft 2 k's als de klemtoon op ik valt: snikken, blikken, likken en tikken.Je schrijft 1 k als de klemtoon niet op ik valt: monniken, viezeriken en leeuweriken.
woorden op -ie of -ee
Je schrijft ën erbij als de klemtoon op de ie of ee valt: feeën, genieën en reeën.Je schrijft n en een trema erbij als de klemtoon er niet op valt: bacteriën, poriën en oliën.
woorden op -f of -s
De f wordt meestal een v en de s vaak een z : kloven, staven, laarzen en kluizen. Maar: fotografen, parafen en kaarsen!
Let op:Sommige woorden hebben (ook) een latijns meervoud: politici, medici, mediums/media, museum/musea.
Oefening:
http://www.cambiumned.nl/hpoefmeervoud.htm
http://www.cambiumned.nl/hpmeervoud2.htm
http://home-2.worldonline.nl/~cb005214/meervoud1.htm
GEEF JE SCORE EVEN DOOR ALS JE EEN OEFENING HEBT GEMAAKT
Hier een aantal oefeningen:
UITLEG:
Het meervoud van een zelfstandige naamwoord vorm je door er de meervouds- uitgangen -s, 's, -en of -n achter te schrijven.
De -s schrijf je er aan vast als dat geen probleem voor de uitspraak oplevert: sektes, tantes, printers, logés en bureaus.
Als je een fout bij de uitspraak kunt maken schrijf je 's : auto's, piano's, alinea's, baby's, jury's en ski's.
woorden op -ik
Je schrijft 2 k's als de klemtoon op ik valt: snikken, blikken, likken en tikken.Je schrijft 1 k als de klemtoon niet op ik valt: monniken, viezeriken en leeuweriken.
woorden op -ie of -ee
Je schrijft ën erbij als de klemtoon op de ie of ee valt: feeën, genieën en reeën.Je schrijft n en een trema erbij als de klemtoon er niet op valt: bacteriën, poriën en oliën.
woorden op -f of -s
De f wordt meestal een v en de s vaak een z : kloven, staven, laarzen en kluizen. Maar: fotografen, parafen en kaarsen!
Let op:Sommige woorden hebben (ook) een latijns meervoud: politici, medici, mediums/media, museum/musea.
Oefening:
http://www.cambiumned.nl/hpoefmeervoud.htm
http://www.cambiumned.nl/hpmeervoud2.htm
http://home-2.worldonline.nl/~cb005214/meervoud1.htm
GEEF JE SCORE EVEN DOOR ALS JE EEN OEFENING HEBT GEMAAKT
02 april 2009
Abonneren op:
Posts (Atom)